1. Redacteurs zijn aardig.
Online zie ik vaak kritiek op stagiairs en redacteurs. Dit is onterecht. Elke redacteur of stagiair met wie ik ooit heb gesproken was ongelooflijk aardig, zelfs wanneer hij of zij geen interesse in mijn werk had. Het zijn mensen die van lezen houden en goede boeken willen maken. Je kunt een redacteur verwijten dat jouw manuscript is afgewezen, maar dat ligt lang niet altijd aan hem of haar: misschien is het niet goed genoeg geschreven of heb je de pech dat de uitgeverij al een vergelijkbare publicatie op de planning heeft staan.
2. Uitgeverijen geven wél debutanten uit.
Mensen roepen veel te vaak dat uitgeverijen geen debutanten aanmoedigen, of dat er alleen BN’ers worden uitgegeven. Hier heb ik uitgelegd waarom dat niet klopt. Een reguliere uitgeverij vinden is niet makkelijk. Bij mij duurde het jaren. Ik heb meegedaan aan schrijfwedstrijden, een zomerkamp, een talentontwikkelingstraject en een Parijsresidentie. Ik heb talloze verhalen geschreven, hopeloos gefaald, afwijzingen geteld, overwogen om te stoppen, prijzen gewonnen, genoten, vrienden gemaakt en heel veel plezier gehad. Dat zijn stappen die veel debutanten zetten voordat ze bij een uitgeverij terechtkomen. Het is hard werken. Ik begrijp dat het makkelijker is om te zeggen dat uitgeverijen geen debutanten willen of dat alleen BN’ers welkom zijn, maar doe niet alsof dat de waarheid is.